De vaardigheid om spelend en zingend vlot te "navigeren" in de toonruimte is onmisbaar. (ook zonder notatie)
Bekijk de uitleg en demonstratie in de VIDEO (submenu rechtsonder).
Je moet de volgende tooladderpatronen vlot kunnen zingen en spelen (zangers ook op notennamen als je geen instrument gebruikt):
- jonisch (= majeur)
- dorisch
- phrygisch
- lydisch
- mixolydisch
- aeolisch (= "mineur oorspronkelijk")
De kwint is het "anker" van elk patroon. Je beweegt een stap voorbij de kwint en een stap voorbij de starttoon (grondtoon/finalis).
Memoriseer de namen!
Opdat je bijvoorbeeld het volgende kunt demonstreren: "Speel/zing het lydische patroon startend op de toon D."
Elke halvetoonsafstand is gemarkeerd met een *.
Zing/speel van elk ook het volgende patroon: 1-5-6-5-1-7-8
Zing/speel van elk ook het volgende patroon: 1-3-5-6-5-3-1-7-1:
Zing/speel ook de zogenaamde "soorten van de kwint" (Engels: "fifth species") (1-2-3-4-5-4-3-2-1).
Wees je ervan bewust dat in dit
Observe that in this case ionian (1) and mixolydian (5) share the same fifth pattern.
The same goes for dorian (2) and aeolian (6).
Toegevoegd toonladderpatroon (majeur/mineur)
Een "nieuw" toonladderpatroon:
1-2-1-3-1-4-1-5-1-6-1-7-1-8-1
en
8-7-8-6-8-5-8-4-8-3-8-2-8-1
In majeur:
en
In mineur: stijgend "melodisch", dalend "oorspronkelijk of aeolisch
and