De vaardigheid om spelend en zingend vlot te "navigeren" in de toonruimte is onmisbaar. (ook zonder notatie)

Bekijk de uitleg en demonstratie in de VIDEO (submenu rechtsonder).

Je moet de volgende tooladderpatronen vlot kunnen zingen en spelen (zangers ook op notennamen als je geen instrument gebruikt):

  1. jonisch (= majeur)
  2. dorisch
  3. phrygisch
  4. lydisch
  5. mixolydisch
  6. aeolisch (= "mineur oorspronkelijk")

De kwint is het "anker" van elk patroon. Je beweegt een stap voorbij de kwint en een stap voorbij de starttoon (grondtoon/finalis).

Memoriseer de namen!

Opdat je bijvoorbeeld het volgende kunt demonstreren: "Speel/zing het lydische patroon startend op de toon D."

 

Elke halvetoonsafstand is gemarkeerd met een *.

scale patterns 1 6

 

Zing/speel van elk ook het volgende patroon: 1-5-6-5-1-7-8

1 5 6 5 1 7 1 modal

 

Zing/speel van elk ook het volgende patroon: 1-3-5-6-5-3-1-7-1:

1 3 5 6 5 3 1 7 1 modal

 

Zing/speel ook de zogenaamde "soorten van de kwint" (Engels: "fifth species") (1-2-3-4-5-4-3-2-1).

Wees je ervan bewust dat in dit

Observe that in this case ionian (1) and mixolydian (5) share the same fifth pattern.

The same goes for dorian (2) and aeolian (6).

scale patterns 1 5

 

Toegevoegd toonladderpatroon  (majeur/mineur)

Een "nieuw" toonladderpatroon:

1-2-1-3-1-4-1-5-1-6-1-7-1-8-1

en

8-7-8-6-8-5-8-4-8-3-8-2-8-1

In majeur:

scale pattern schenk 01

en 

scale pattern schenk 02

 

In mineur: stijgend "melodisch", dalend "oorspronkelijk of aeolisch 

scale pattern schenk 03 

and 

scale pattern schenk 04