Versieringstonen worden hier besproken in relatie tot akoorden en akkoordopeenvolgongen. Hun oorsprong ligt echter in oudere contrapuntische muziek van voor het majeur- mineurtijdperk: de modale polyfonie.

Wisseltonen:

  • worden gevonden op een licht maatdeel of een licht deel van de tel
  • verlaten een toon stapsgewijs en keren ernaar terug
  • kunnen stijgen en dalen
  • kunnen diatonisch en chromatisch zijn

dominantenketen diatonisch met wisseltoon 

dominantenketen diatonisch met imiterende wisseltoon

 

dominantenketen diatonisch met dalende en stijgende wisseltoon

Doorgangstonen:

  • worden gevonden op een licht maatdeel of een licht deel van de tel
  • vullen de afstand tussen twee verschillende tonen stapsgewijs op
  • kunnen stijgen en dalen
  • kunnen diatonisch zijn (een terts vullen) of chromatisch (een grote seconde vullen)

 diatonische dominantenketen met doorgangstonen

diatonische dominantenketen met doorgangstonen in middenstem

Voorhouding (voorbereid):

  • worden gevonden op een zwaar of relatief zwaar maatdeel
  • worden voorbereid als consonant
  • worden dissonant op een zwaar of relatief zwaar maatdeel
  • lossen stapsgewijs op (in oudere nuziek meestal dalend, maar later in de geschiedenis ook stijgend)

 diatonische dominantenketen met voorbereide voorhouding

 

Appoggiaturas (vrije voorhoudingen):

  • worden gevonden op een zwaar of relatief zwaar maatdeel
  • treden in zonder voorbereiding als consonant
  • lossen stapsgewijs op (in oudere nuziek meestal dalend, maar later in de geschiedenis ook stijgend)

diatonische dominantenketen met vrije voorhouding

 

 

voorbeeld dubbele vrije voorhouding met anticipatie

diatonische dominantenketen met dubbele vrije voorhouding