Analyse

Om het kort en bondig weer te geven: door middel van analyse willen we ontdekken "hoe muziek werkt".

Binnen Contextuele Studies houden we ons in jaar 1 bezig met algemene principes van vorm, structuur en textuur in muziek, en met diverse "iconische" vormtypen en vorm-procedures.

We analyseren met partituur en zonder partituur (auditief).

Muziekanalyse als discipline kent een relatief korte geschiedenis die teruggaat naar de late 19e eeuw.

Natuurlijk zijn er in de gehele geschiedenis mensen geweest die hebben geprobeerd muziek en de onderliggende principes ervan  te begrijpen (gericht op schrijven en uitvoeren ervan); maar als theoretische/academische discipline is muziekanalyse nog erg jong.

Een uitstekend algemeen artikel werd geschreven door Ian D. Bent and Anthony Pople in Grove Music Online: https://doi.org/10.1093/gmo/9781561592630.article.41862 (deze link leidt je naar de Koninklijke Bibliotheek, Oxford Music Online, als je een digitaal abonnement hebt aangeschaft (zie Leermiddelen).

Binnen Hanzemediatheek: https://doi-org.nlhhg.idm.oclc.org/10.1093/gmo/9781561592630.article.41862

 

In de analyse hebben we het meestal over principes die gelden bij vorm en structuur in muziek.

Natuurlijk zijn er typische vormen die volgens een relatief vaststaand patroon of procedure tot stand komen; dit nomen we vormtypen.

De vormtypen die bij contextuele studies in ieder geval aande orde komen zijn de in AHWM gepresenteerde "Forms at a glance"  (in historisch chronologische volgorde):

  • Barform (duits) AAB
  • binary form (of Dualform in drie soorten: simple, balanced, rounded)
  • ritornellovorm (concerto)
  • fuga en fugato
  • sonatevorm (gerelateerd aan de binary forms waar de sonatevorm in zekere zin uit "voorkomt")
  • rondovorm
  • da capo aria

Dunsby & Whittall - Music Analysis in Theory and Practice (chapter 12 pdf)

Worksheet Pitch Class Set Analysis

Allen Forte set list

 

Pitch-class set theory 

pc numbers and notenames

Deze theorie is uitgewerkt door Allen Forte, op basis van eerder werk van o.a. Georg Perle en Milton Babbitt.

Met deze theorie hebben we een stukje gereedschap in handen om op zoek te gaan naar toonhoogteverbanden in muziek die zich onttrekt aan tonale/modale (harmonische) analyse. Het gaat daarbij niet alleen om identificeren van toongroepen of pitch-class sets (zoals we gewend zijn te doen met een akkoordsymbool zoals G7, Dm, etc.), maar ook om verbanden te leggen tussen die toongroepen (zoals we gewend zijn te doen met harmonische functies en toonsoortrelaties).

In het laatste geval verbinden we bijvoorbeeld het akkoord Gm7 aan een trap in een toonsoort (II 7 in F) en een harmonische functie (Subdominant). We zullen zien dat in niet-tonale/modale muziek er ook verbanden kunnen worden gelegd tussen toongroepen.

Pitch-classes

De pitch-class 0 staat voor alle mogelijke c's, de pitch-class 2 voor alle mogelijke d's, enzovoort.

Pitch-class 1 staat voor cis of des onafhankelijk in welk octaaf.

Ook traditionele groepen van tonen (bijvoorbeeld akkoorden) kunnen gemakkelijk worden weergegeven.

[0, 3, 7] is een kleine drieklank op c.

[1, 5, 8, 11] een dominantseptiemakkoord op des of cis.

[3, 7, 11] een overmatige drieklank op es of dis.

Uitgaande van 12 pitch-classes is het aantal mogelijke combinaties van tonen eindig.

Cardinal Number

Namen van Pitch-Class Sets bestaan uit twee delen gescheiden door een koppelteken, bijvoorbeeld 3-11 of 4-27.

Het eerste cijfer of getal geeft het aantal pitch-classes aan. Het tweede is het getal van de plaats in de lijst van pitch-class sets met dat betreffende aantal pitch-classes.

Normal order

Gerangschikt van "laag" naar "hoog".

Best Normal Order

De meest compacte vorm gerangschikt van "laag" naar "hoog"

Prime Form

De meest compacte vorm met de kleinste intervallen aan de basis.

Als de omkering van deze compacte vorm nog kleinere intervallen aan de basis oplevert, wordt deze gekozen.

Dit is de Prime Form. Alle Prime Forms in de lijst zijn getransponeerd naar pitch-class 0. (vergelijkbaar met cheat-sheets voor codering van akkoordsymbolen zoals Aebersold bijvoorbeeld).

Intervallen en Interval Class

Complementaire intervallen worden gezien als één interval class: dus een grote sekonde (2) en zijn omkering, een kleine septiem (10) worden gezien als vertegenwoordiger van één interval-class, namelijk 2. We noemen ze elkaars equivalent.

Interval Vector

Aanvaarden we het principe van equivalentie, dan volgt daaruit dat er strikt genomen 6 interval-classes overblijven:

na 6 halve toonsafstanden (3 hele toonsafstanden), een tritonus dus(!) volgt de reine kwint die een omkering is van de kwart.

Deze 6 interval-classes worden gebruikt om mogelijke interval-class combinaties aan te geven van een pitch-class set,

de Interval Vector, geplaatst tussen < >.

De interval vector bestaat uit 6 cijfers op 6 "posities", bijvoorbeeld <002001> behorend bij pc-set 3-11, die we kennen als de verminderde drieklank.

  • positie 1: kleine sekonde: 0 maal mogelijk
  • positie 2: grote sekonde: 0 maal mogelijk
  • positie 3: kleine terts: 2 maal mogelijk
  • positie 4: grote terts: 0 maal mogelijk
  • positie 5: reine kwart; 0 maal mogelijk
  • positie 6: tritonus: 1 maal mogelijk.

 

Site van Jay Tomlin (bevat ook de JAVA-applet om toongroepen te identificeren).

We analyseren: Op. 19 Arnold Schoenberg, nummer VI en II. IMSLP-link.

Spotify: 

Peter Hill – 6 Kleine Klavierstucke, Op. 19: II. Langsam

Peter Hill – 6 Kleine Klavierstucke, Op. 19: VI. Sehr Langsam

Net zoals kleren gemaakt kunnen worden van stoffen met een verschillende textuur en als gevolg daarvan verschillend aanvoelen, zo kan ook muziek verschillende texturen hebben.

Textuur in muziek gaat over het "weefsel" van verschillende stemmen of partijen in een muziekstuk en de relaties tussen die stemmen/partijen.

(Definities uit glossary AHWM9)

texture ahwm9

homophony ahwm9

zoals in een psalmzetting (Goudimel)

homofonie 

polyphony ahwm9

zoals in een fuga (J.S. Bach)

 polyfonie

heterophony ahwm9

zoals in volksmuziek met geïmproviseerde elementen

 

melody and accompaniment ahwm9

zoals in een Bachkoraal waar in de harmonie versieringstonen worden toegevoegd

 

 

Binnen Audacity is het mogelijk een geluidbestand in te lezen en daaraan label tracks toe te voegen. Het onderstaande voorbeeld heeft betrekking op een fragment van Nino Rota: Finale uit Il Gattopardo:

Een .zip file van het Audacity-project (projectfile en directory met data) is te downloaden met deze link: link: rota il gattopardo finale

il gattopardo audacity chord analysis

 Er zijn twee label tracks toegevoegd: één voor akkoordsymbolen, en één voor trapcijfers.

De posities van akkoordwisselingen kunnen tijdens het afluisteren worden ingevoegd met CTRL-punt[.] of Cmd-punt[.] of op de positie van de cursor met CTRL-b of Cmd-b.

Subcategorieën

Behandeling van achtergronden en algemene principes , ontleend aan de skole pagina's voor contextuele studies.