Onderwerpen van algemeen belang

Tijdens de lessen van contextuele studies kunnen allerlei onderwerpen worden besproken. Sommige daarvan zijn kernonderwerpen, bijvoorbeeld:

  • consonantie en dissonantie
  • zuiverheid en stemmingen
  • harmonie en harmonische functies
  • systemen om harmonische aspecten van muziek te coderen, zoals: akkoordsymbolen, continuo-notatie, trappenbecijfering
  • dissonantie en dissonantbehandeling
  • harmonie en stemvoering
  • cadenstypen
  • versieringstonen of niet-akkoordtonen

Muzikaal fragment dat hoger of lager in de toonruimte herhaald wordt, vaak met stapsgewijze verschuiving.

Het kan gaan om een melodisch fragment (motief), al dan niet in combinatie met de begeleiding daarvan.

Kleine variaties kunnen voorkomen, zonder dat de herkenbaarheid van het sequensprincipe verloren gaat.

Sequenzen kunnen ook vanuit de harmonie worden vormgegeven; in dat geval wordt een bepaalde harmonische volgorde of wending herhaald.

Van deze laatste vorm is de dominantenketen het bekendste voorbeeld.

VOORBEELDEN VAN Vivaldi, Bach, Mozart, Chopin.

Voorbeeld 1

Vivaldi - Estro Armonico Op. 3 nr. 6.1

vivalldi sequence violino primo.jpg

vivaldi sequence continuo.jpg

Patroon buitenstemmen:

intervalpatroon tussen buitenstemmen 8-3-8-3- etc

vivaldi sequence outer voices.jpeg

Patroon buitenstemmen met drieklanken:

A-Dm-G-C-F-Bdim.-E-Am

vivaldi sequence outer voices plus triads.jpeg

 

Voorbeeld 2

Bach - uit fuga in G mineur WTK I

BACH clip WTK I G klein 01.jpg

Fragment met bastonen gemarkeerd:

BACH clip WTK I G klein 02.jpg

Harmonisch uittreksel:

Bach sequens fuga WTK I g mineur.jpeg

Harmonisch uittreksel met stapsgewijze bas:

Gm-Dm/F-Eb-Bb/D-Cm-Gm/Bb

Bach sequens fuga WTK I g mineur stapsgewijze bas.jpeg

 

Voorbeeld 3 

Mozart - Symfonie nr. 40 deel 1 m. 204

 mozart sequence symph. 40 01.jpg

mozart sequence symph. 40 02.jpg

Harmonisch uittreksel:

mozart sequence excerpt symphony 40001.jpeg

Voorbeeld 4

Chopin - Mazurka in F# mineur Op. 6

chopin sequence mazurka op. 6_2.jpg 

Alleen buitenstemmen:

chopin sequence mazurka op. 6.1 000.jpeg

Baslijn en middenstemmen:

 chopin sequence mazurka op. 6.1bas en middenstemmen.jpeg

Harmonisch uittreksel totaal:

chopin sequence mazurka op. 6.1002.jpeg

Pitch class set analyse: wat is het en waarom is het ontstaan?

Het is een manier om toongroepen in kaart te brengen, van een eenduidig etiket te voorzien en relaties tussen toongroepen te onderzoeken bij muziek die zich niet laat beschrijven met akkoordsymbolen en trappenbecijfering, die sterk verbonden zijn aan tonale muziek.

De benadering is gerelateerd aan de verzamelingenleer uit de wiskunde. De meest bekende naam verbonden aan deze benadering is Allen Forte; hij bouwde voort op het werk van o.a. Georg Perle, Milton Babbitt. Binnen de 

Pc set analyse is aanvankelijk ontwikkeld om greep te krijgen op het “niemandsland” tussen tonaliteit en dodecafonie.

De (laat)romantische harmonie blijft tonaal georiënteerd en verbonden aan majeur-mineur toongeslachten (bijvoorbeeld Wagner) eventueel met modale invulling (bijvoorbeeld Fauré).

Het akkoordmateriaal blijft gebaseerd op drieklanken.

Deze kunnen worden uitgebreid naar 7- 9- 11-vormen (bijvoorbeeld Ravel).

Er kunnen tonen aan worden toegevoegd anders dan door tertsenstapeling (bijvoorbeeld een toegevoegde sext of sixte ajoutée) 

Naast tertsen kunnen ook kwarten en kwinten worden "gestapeld"; afhankelijk van de verticale zetting van het akkoord, kan dit leiden tot klanken die grenzen aan de traditionele kleur van de tertsenstapeling of daar minder op lijken hoewel het gebruikte tonenmateriaal nog wel te herleiden is tot een toonsoort/toonladder.

Voorbeeld: 

De toename van chromatiek en enharmoniek leidt tot uitbreiding van de toonvoorraad tot 12 tonen per octaaf.

Ladderpatronen die geassocieerd zijn met diatoniek raken door het gebruik van chromatiek en enharmoniek versluierd.

De dissonant raakt “geëmancipeerd”; oplossingen worden uitgesteld, veranderd of zelfs vermeden.

De rol van baslijnen verandert. 

 

WAT BLIJFT WEL?

Muziek die nog steeds gebruik maakt van 

  • melodische lijnen (thema’s)
  • motieven
  • akkoorden en akkoordopeenvolgingen
  • vorm, structuur en textuur

Deze worden gehanteerd binnen nieuwe toonhoogtesystemen. Met name Schoenberg legde de nadruk op de relatie van zijn benadering met de muziek van Brahms (motivic development).