Harmonie
In de gangbare westerse muziek is het werken met samenklanken een van de meest karakteristieke kenmerken. Door de eeuwen heen zijn daarbij verschillende benaderingen gebruikt. De betekenis van de term harmonie die daarbij gebruikt wordt gaat terug op het griekse begrip harmonia, dat destijds primair mathematische en filosofische connotaties had. Vanaf de zeventiende eeuw tot op de dag van vandaag is de zogenaamde drieklanksgebaseerde muziek (triad-based music) overheersend. De harmonieleer ontwikkelde zich tot een aparte theoretisch-praktische discipline. De belangrijkste coderingssystemen die in de loop der tijd zijn ontwikkeld zijn:
- continuo-notatie
- trappenbecijfering
- functiecodering
- akkoordsymbolen
Concepten (Grove):
- akkoord
- akkoordomkering
- dissonantie
- (bouw & relaties tussen tonen)
- tonaliteit
- toonsoort
Article on harmony Oxford Music Online: https://doi-org.nlhhg.idm.oclc.org/10.1093/gmo/9781561592630.article.50818
Met orgelpunt
http://www.music.mcgill.ca/acf/example1-7.php
Deze voorbeelden zijn gerelateerd aan het QUIESCENZA Partimento patroon.
Met wisselakkoorden
http://www.music.mcgill.ca/acf/example1-8.php
Met doorganngsakkoorden
http://www.music.mcgill.ca/acf/example1-9.php
Check de video op earlymusicsources.com
from modes to major-minor
scale pattern in bass line, ascendign and descending.
perfect and inperfect harmony (1:26)
(1) and (5) perfect harmony (3 5)
the rest imperfect (3 6)
7 of (5) at first ornamental (passing note) later part of the V7 chord
the "dominant" flavoured elements (containing (7).
releation between (1) and (3) and (5) and (7). (2:50)
the diminished fifth and cadences (3:46)
elements of clausulae in RO (6:00)
Sanguinetti example
Sanguinetti example realisation
majeur
mineur