CTS 3 NL 2020-2021

Het eerste semester 2020-2021escher trappenhuis

We gaan ons bezighouden met 20e eeuwse muziek van ca. 1914 tot ca. 1950.

Een belangrijk kenmerk van deze periode is het naast elkaar bestaan van wezenlijk verschillende stijlen en muzikale idiomen.

De volgende INDELING is daarbij gepresenteerd:

  1. (Voortgezette) romantiek: met componisten als Richard Strauss, Ralph Vaughan WIlliams, Jean Sibelius, Sergej Rachmaninoff e.v.a.
  2. "Reactionaire" bewegingen richting atonaliteit: zowel vrije als gebonden atonaliteit (twaalftoonsmuziek):
    met componisten als Arnold Schoenberg, Alban Berg, Anton Webern. Later voortgezet met seriële technieken
  3. De hervonden en vernieuwde modaliteit, (vaak met geraffineerde harmonische kleurwerking als gevolg van gebruik van chromatiek en enharmoniek):
    met componisten als Gabriel Fauré, Maurice Ravel en Claude Debussy.
  4. Een keur aan "neo"-stijlen: benaderingen die tonaal georiënteerd blijven, maar ook werken met "echo's" uit het verleden: 
    met componisten als Paul Hindemith, Igor Stravinsky, Arthur Honegger.
  5. "Persoonlijke" stijlen: componisten die uiteraard in de bovenstaande categoriën kunnen vallen, maar toch een eigen identificerende "vingerafdruk" hebben:
    met componisten als Béla Bartók, Claude Debussy, Olivier Messiaen, Igor Stravinsky, Maurice Ravel.

Ten aanzien van aspecten van harmonie en contrapunt die aan de orde komen, zullen we aandacht besteden aan:

  1. chromatiek 
  2. enharmoniek, beide met oog voor de onderliggende doelstelling, bijvoorbeeld
    "concentrisch", verbonden met een achterliggend raamwerk van majeur-mineurtonaliteit.
    "excentrisch" , gericht op versluiering en vervaging van tonaliteit
  3. modaliteit, met aandacht voor specifieke kleureffecten als gevolg van het introduceren van modale elementen in een mineur-majeurcontext
  4. atonaliteit, met aandacht voor de nieuwe kijk op dissonantie/consonantie, het onstaan van nieuwe akkoordvormen, en de twaalftoonsreeks als achterliggend raamwerk bij het maken van muzikale keuzes door de componist.

Voor de historische invalshoek zullen we primair gebruik maken van de hoofdstukken 31 t/m 38 (Part six) van A History of Western Music 9e editie. We gebruiken hoofdstuk 30 als een opstapje naar Part Six.

Waar sprake is van duidelijke inspiratie uit het verleden zullen we ook teruggrijpen op delen van eerdere hoofdstukken. Dat zal voornamelijk het geval zijn bij de zogenaamde "neo"-stijlen.

There are no articles in this category. If subcategories display on this page, they may have articles.