Medianten

Binnen de muziek van de latere romantiek wordt steeds vaker gebruik gemaakt van akkoordcombinaties met gealtereerde drieklanken die een verrassend en kleurrijk effect hebben. Het gaat dan om grote en kleine drieklanken die tertsgerelateerd zijn. Tertsgerelateerd in een ruime zin: ook de enharmonische varianten van grote en kleine terts vallen daar onder (dus bijvoorbeeld niet alleen as-ces, maar ook as-b).

Naamgeving

De term mediant vinden we al onder de namen die aan de trappen in de toonsoort worden gegeven.

I          tonica
II         supertonica
III        mediant
IV        subdominant
V         dominant
VI        submediant
VII       leidtoon

Binnen dit rijtje vinden we:

  • De mediant (III) als "midden" tussen I en V en
  • de submediant (VI) als "midden" tussen I en IV.

Op zich leidt het gebruik van akkoorden die tertsverwant zijn niet tot dramatische effecten. De akkoordvolgorde I-VI-IV-II-V-III-I is daar een voorbeeld van.

               
1. I VI IV II V III I
  C Am F Dm G Em C
2. C A F Dm G E C

 

Vervangen we in het voorbeeld Am door A en Em door E, dan krijgen we een bijzonder effect.
Voor trap III in C majeur kunnen we op deze manier drie varianten bedenken: E, Eb en Eb m.
Voor trap VI in C majeur kunnen we op deze manier drie varianten bedenken: A, Ab en Ab m.

Codering

mediantnvb001

Met de eerste letter geven we afstand aan t.o.v. van I: kleine letter = kleine terts, hoofdletter is grote terts. Met de tweede letter geven we de kleur van de drieklank aan: kleine letter = mineur, hoofdletter = majeur.

 

Richard Strauss - Im Abendrot: Bb en Gb, resp. I en S.M.

mediantnvb002

 mediantnvb002b

 

Mediantverhouding

Bij de toepassing van kleurrijke tertsgerelateerde akkoorden in het algemeen spreken we van mediantverhouding. Een voorbeeld daarvan in de vorm van een harmonische sequens vinden we in het Requiem van Fauré:

Gabriel Fauré - Requiem (Agnus Dei):

mediantnvb004