Kort antwoord vragen over hoofdstukken 29, 30, 32 uit AHWM.

Graag inleveren tenlaatste op 5 februari 2021 per mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

1. De Frans-Duitse oorlog van 1870-1871 leidde tot de politieke eenwording van  ________.

2. Hans von Bülow verzorgde de première van de beroemde cyclische sonate in B nibuer gecomponeerd door  ________.

3. Door van C mineur naar C majeur te bewegen in zijn eerste sympfonie, bootste Brahms het tonale traject en de toonsoorten van Beethoven's symfonie nummer ________.

4. Gelijktijdig gebruik van de tweedelige en driedelige onderverdelingen van de puls/tel is een kenmerk van de componist ________.

5. "Beethovens Tiende" is de naam die Hans von Bülow gaf aan de eerste symfonie van ________.

6. Een compositie die bestaat uit de herhaling van een ostinate bas en soms een harmonische progressie (akkoordopeenvolging), waarbij elke herhaling de gelegenheid biedt tot variatie wordt ___________ genoemd.

7. Anton Bruckner's belangrijkste instrument was  ________.

8. De grootschalige structuren, weelderige harmoniën, en sequensmatige herhaling van hele passages in de symfonieën van Bruckner zijn een bewijs van de invloed van de muziek van  ________.

9. ________'s muziek verschafte het belangrijkste model voor de aanhangers van de "Caecilian movement".

10. Ondanks de narratieve (verhalende) verbanden beweerde Richard Strauss dat de onderliggende muzikale vrm van Till Eulenspiegel's lustige Streiche correspondeerde met ________.

11. In de 80-er jaren van de negentiende eeuw, introduceerde de dirigent Édouard Colonne _______________ om het publiek voor te lichten over de muziek ie het ging beluisteren.

12. Het instuut dat in 1853 in Parijs werd gevestigd om onderwijs te geven in kerkmuziek had de naam _____________.

13. Het Franse equivalent van het Duitse "Lied" werd ________________ genoemd.

14. Om de beroemde Sonate Op. 13 van Beethoven  in herinnering te roepen heeft de zesde symfonie Tchaikovsky de subtitel  __________________ gekregen.

15. Elgar's populaire serie van orkestvariaties heeft de naam ________.

16. In een typische Amerikaanse mars worden de melodieën gepresenteerd in muzikale perioden (gehelen) die ook benoemd worden als  ________.

17. In de terminologie van het Amerikaanse populaire lied (American popular song), leidde het veelvuldig zetten van refreinen voor meerdere stemmen ertoe dat dit fenomeen een naam kreeg, namelijk  _________________.

18. De "Song Publishing  Industry" in de jaren 1880 en 1890 in New York was gevestigd in een wijk in New York die in de volksmond de naam _______________ had.

19. De zangpraktijk van Afrikaanse slaven waarin korte frases afwisselend worden gezongen door een voorzanger/leider en de hele groep staat bekend als ________.

20. De religieuze liederen van slaven uit het zuiden van de VS, die mondeling werden doorgegeven en die vaak uitdrukking geven aan het verlangen naar vrijheid, staan bekend als ______________.

21. De manier waarop Mahler romantische fantasie verlecht in een moderne stijl met verwijzingen naar een klassiek verleden is ook te herkennen in de schilderijen van een Weense tijdgenoot van hem, namelijk de kunstenaar ___________.

22. Componsten zoals Debussy en Mahler riepen een oriëntaalse sfeer op hun muziek door het gebruik van de ________ toonladder.

23. De tragedie van Sophocles lag (mee) aan de basis van Strauss' opera  ________.

24. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog componeerde Richard Straus een klaagzang voor strijkorkest die aan Beethoven refereerde met de naam  ________.

25. Tijdens zijn bezoeken aan Rusland kwam Debussy in aanraking met de muziek van ________________ die zijn eigen techniek beUinvloedde.

26. Modernistische Franse muziek die (op een ongrijpbare, soms mysterieuze manier) een bepaalde stemming, gevoel, sfeer, of een situatie oproept wordt vaak in verband gebracht met de litaire stroming met de naam _______________.

27. De Falla's _____________ voor gitaar solo illustreert zijn combinatie van nationale met internationale kenmerken, en van volksmuziek elementen met modernistische elementen.

28. Sibelius' compositiepraktijk van cyclische herhaling met variatie van een serie  thematische elementen heeft de (Engelse) naam  _____________ form.

29. Satie's inspanning om muziek te combineren met andere kunstvormen resulteerde in balletwerken zoals _____________.

30. De nieuwe instrumenten, ontwikkeld door Luigi Russolo en zijn collega's in de jaren 1910-1920 werden  ____________ genoemd.