We zijn gestart met hoofdstuk 30 uit AHWM: Diverging traditions in the Later Nineteenth Century.

Een algemene indruk van de late negentiende eeuw met aandacht voor de verscheidenheid aan "kleuren" in Europa.

Zie Spotify playlist AHWM XXX 

Youtube-versie met partituur (Murray Perahia)

We staan uitgebreid stil bij Franck, als een voorbeeld van laatromantische harmonie (enharmonisch/chromatisch) en vorm (cyclisch, thematisch-motivisch ontwikkelend, teleologisch).

Analyse: Franck Prélude, Chorale et Fugue.

AHWM beschrijft zijn stijl als:

"...blending traditional counterpoint and classical forms with Liszt's thematic transformation, Wagner's harmony, and the romantic idea of cyclic unification through thematic return."

  • 3 in elkaar overvloeiende delen.
  • De etiketten verwijzen naar vroeger tijden; elementen van wat eerder een prelude, koraal en fuga was zijn nog herkenbaar, de toepassing en verwerking is vernieuwend.
  • de prelude doet pianistisch aan Liszt denken, bestaat uit 5 episodes met een A-B-A'-B'-A'' vorm.
  • naast de arpeggio-textuur worden diverse ideeën gepresenteerd:
    een aantal 5-tonige motieven: secondegewijs omspelend, met toonsherhaling, stijgend (l.h.)
  • deze ideeën worden vanaf het begin licht gewijzigd
  • het koraal kent een statig pulsgevoel, materiaal uit de prelude wordt hergebruikt.
  • de aansluiting vanuit de prelude is bijzonder: V7in E/e naar Es, F# blijft liggen, wordt dissonant en lost stijgend op naar de terts van Es.
  • de toonsoort verhouding preulude-koraal, b-Es is een (enharmonische) mediantverhouding
  • er wordt een volledige muzikale zin gepresenteerd vanaf maat 12
  • er is  duidelijk geen sprake van de "feel" van een Luther-koraal
  • de bas speelt regelmatige dalende stapsgewijze lijnen, en is zeer chromatisch
  • er bevindt zich een "brug" tussen het koraal en de fuga (poco allegro blz. 10)
  • deze brug anticipeert op de fuga en het fugathema
  • het fugathema is sterk chromatisch, het wordt ook in omkering gebracht (blz. 14)
  • de kop van het thema is ontleend aan de episode uit de inleiding met het voorhoudingsmotief.
  • er zijn divertimenten bestaand uit verwerking van motieven (sequensvorming en dergelijke)
  • de dalende toonladderfiguur herinnert aan het koraal.
  • come una cadenza herintroduceert de arpeggiofiguren, en de motieven uit de inleiding en de koraalmelodie 
  • fugathema en koraalmelodie worden gelijktijdig gebracht
  • De overkoepelende toonsoort is B; startend in mineur, eindigend in majeur.
  • Franck geeft uitvoering aan zijn motto ("moduler toujours")
  • De coda vormt de apotheose van het stuk met de dalende toonladder in de bas