Inleiding

In dit document staan we stil bij het maken van een contextueel werkstuk, een van de toetsvormen voor het vak contextuele studies.

Contextuele studies: weten, begrijpen, toepassen, verbanden leggen & integreren

In het vak Contextuele Studies bestuderen  we (muzikale) onderwerpen vanuit meerdere gezichtspunten: muziek- en cultuurhistorisch, algemeen historisch, harmonisch/contrapuntisch en analytisch. De onderwerpen kunnen algemeen zijn, maar ook zeer specifiek. Ze kunnen betrekking hebben op een persoon, een werk, een oeuvre, een periode, een stijl, enzovoort.

Een contextueel werkstuk

Met het maken van een contextueel werkstuk laat je zien dat je een onderzoekende houding hebt en in staat bent om:

  • je te verdiepen in een zelf gekozen onderwerp,
  • gerichte vragen te formuleren, waarvan de focusvraag de belangrijkste is.
  • deze focusvraag te verbinden met een aantal deelvragen
  • Informatie te verzamelen uit bronnen van goede kwaliteit
  • vanuit focusvraag en deelvragen op zoek te gaan naar informatie. Tijdens deze zoektocht maak je een inventarisatie van de belangrijkste kernbegrippen/concepten die met je onderwerp te maken hebben. Deze kernbegrippen/concepten ga je ordenen en met elkaar in verband brengen met als doel: het formuleren van een antwoord op je focusvraag. Je brengt er een bepaalde lijn in aan die je ook kunt gebruiken als basis voor de inhoudsopgave van je werkstuk. Eigenlijk houd je je met het maken van een contextueel werkstuk bezig met onderzoek.

Kiezen van een onderwerp

Om meteen met het allerbelangrijkste te beginnen:

kies een onderwerp waarvoor je zelf warm loopt, dat je echt interesseert!

 

Dat mag in principe van alles zijn als het maar gericht is op muziek in samenhang met de kennisgebieden die in het begin van dit document genoemd zijn.

Voorbeelden van eerder gekozen onderwerpen:

  • De wals; een vergelijking tussen walsen van Strauss (Johann) en Chopin
  • Het kunstlied: het gebruik van symbolen en symboliek in liederen van Hugo Wolf
  • De ene étude is de andere niet: een vergelijking tussen études van Liszt en Chopin
  • Een bloemlezing van tuba-concerten: hoe zijn ze te plaatsen in de grote traditie van het soloconcert?
  • ...

Formuleren van een focusvraag en deelvragen

De belangrijkste van alle vragen is de centrale vraagstelling of focusvraag. Het is de vraag die de kern van je onderzoek of studie weergeeft; datgene waarvan jij wilt weten "hoe het zit".

Uit deze focusvraag kunnen allerlei (deel)vragen worden afgeleid die kunnen helpen bij het vinden van antwoorden en de uiteindelijke structurering en presentatie van je antwoorden en resultaten in bijvoorbeeld een werkstuk.

NB Gebruik het werkmodel contextuele vragen stellen dat bij werkmodellen is te vinden.

Verschillen in werkstukken van jaar 1, 2 en 3: complexiteit en diepgang

In elk jaar maak je een contextueel werkstuk over een zelfgekozen onderwerp. De complexiteit en diepgang van deze werkstukken moet toenemen naarmate je verder in je studieloopbaan komt.

In jaar 1 mag het werkstuk zich nog beperken tot een zogenaamd beschrijvend werkstuk. Dat wil zeggen dat je werkstuk waarbij je informatie van goede kwaliteit verzamelt, verbanden legt en deze op zodanige wijze presenteert dat je op een doelgerichte en heldere wijze je focusvraag en deelvragen beantwoordt.

In jaar 2 en 3 moet er meer diepgang zijn, de focusvraag en deelvragen moeten dan ook ingaan op "hoe"- en "waarom"-vragen. Het werkstuk is meer onderzoekend en verklarend van aard.

In jaar 3 wordt van je gevraagd zo mogelijk een verbinding te leggen met je eigen toekomst: wellicht wil je na de bachelor een master doen. In dat geval is het verstandig op het gebied van methoden en technieken van onderzoek, literatuurstudie en dergelijke tijd te investeren en op die manier voorbereidend werk te doen voor je onderzoeksonderwerp in de master.

Brainstormen en visualiseren

In de fase van brainstormen en materiaal verzamelen kan visualiseren heel behulpzaam zijn. Mindmapping of Conceptmapping wordt dat ook wel genoemd. Dat mag je doen met Post-It’s en stiften (maak dan wel zo nu en dan een foto met je telefoon…), maar tegenwoordig zijn er ook handige (GRATIS) tools voor beschikbaar:

CMaptools     http://ftp.ihmc.us/  geniet verreweg de voorkeur[1]

Freemind      http://freemind.nl.softonic.com/

Xmind            http://www.xmind.net/

en vele andere.

Verbanden leggen, ordenen en structureren: concept maps.

Om overzicht te krijgen en te houden in de brainstormfase is het belangrijk dat je kernbegrippen/concepten die je hebt gevonden gaat ordenen.

NB Gebruik het werkmodel het maken van een conceptenkaart of concept map. Dit staat bij werkmodellen. Zet je focusvraag en algemene en brede concepten bijvoorbeeld bovenaan en groepeer subconcepten rondom of onder een hoofdconcept.

Op het internet zijn legio voorbeelden te vinden van concept maps. Neem bijvoorbeeld eens een kijkje op

http://www.inspiration.com/inspiration-science-examples


Bronnen

Er is een belangrijk verschil tussen een eerste oriëntatie of verkenning van een onderwerp en het bestuderen ervan. Een eerste zoektocht m.b.v. Google is prima, om een globaal beeld op te bouwen. Zoeken met Google is een makkie, maar het vinden van iets relevants heel wat moeilijker. Het gebruik van www.scholar.google.com in aanvulling op "gewoon" Google is al een stapje in de goede richting. Voor het gebruik van Wikipedia geldt: prima voor een eerste verkenning van een bepaald terrein, maar info uit Wikipedia dient altijd getoetst te worden aan degelijke, zo mogelijk academische bronnen. De Grove Dictionary of Music and Musicians, Musik in Geschichte und Gegenwart (aanwezig in de mediatheek) en academische tijdschriften zijn daarbij uiteraard een eerste keus.

Bronnenlijst / bibliografie / verantwoording

Als je bronnen gebruikt, moet je daarover transparant zijn. Doe je dat niet dan ligt het plegen van plagiaat op de loer. We houden de APA-systematiek aan als leidraad bij referenties, citaten, parafrases, etc.  Maak gebruik van de gratis software EndNote en/of ReferenceManager. Van daaruit kun je in de meeste gevallen titelinformatie in APA-format genereren.

Zoektocht documenteren

Houd een overzicht bij tijdens je zoektocht per zoeklocatie (portal)

  • welke zoekwoorden
  • in welke velden
  • met welke filters
  • met welke operators

In de meeste gevallen kun je zoekresultaten exporteren naar EndNote/Referencemanager. Deze programma's kunnen ook een bibliografie genereren die kunt kopiëren en plakken in je werkstuk.

Koninklijke Bibliotheek (www.kb.nl)

Voor slechts € 7,50 heb je een digitaal jaarabonnement op de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. Volledige toegang tot de digitale GROVE (!) via Oxford Music Online, en tevens Oxford Art Online, en honderden aan cultureel gelieerde academische tijdschriften en talloze naslagwerken. Teveel om op te noemen, neem een kijkje op www.kb.nl.

Ook via de Hanzemediatheek zijn hoogwaardige digitale bronnen en databases beschikbaar. Ter illustratie: er zijn sowieso 67 tijdschriften waarvan in de titel het woord music voorkomt, 5 met het woord muziek, 2 met het woord Musik, en 1 met het woord musique. Ook is er via de site van de mediatheek toegang tot een collectie e-books, onder de verzamelnaam Proquest Ebooks.

Voor geluidsvoorbeelden is Spotify een geweldig hulpmiddel, met een grote variëteit aan opnames waaronder ook historische. Het gaat hierbij om streaming van audio via een internetverbinding. De gratis versie stelt je bloot aan reclameboodschappen, de simpelste versie (€ 9,99 per maand) scheelt een hoop ergernis en biedt je toegang tot een luilekkerland van audiomateriaal in een zeer acceptabele kwaliteit (zolang je er geen .mp3 bestanden van maakt, tenminste).  Ook zijn er vele historische opnames beschikbaar. Helaas is het datamodel achter spotify waardeloos voor "klassieke" muziek; er wordt geen onderscheid gemaakt tussen componist, uitvoerder, bewerker, dirigent etc. Ze vallen allemaal onder het veld "artist".... 

imslp.org is the place to be voor gratis rechtenvrije partituren en bladmuziek uit het historische repertoire. Voor slechts $ 1.80 per maand (afgesloten voor een jaar) hoef je niet meer bij elke download te wachten en heb je tevens volledige (!) toegang tot de NAXOS Music Library EN pdf's van cd boekjes… Overbodig te vermelden dat IMSLP vooral leuk is om de noten erbij te hebben. Denk niet dat edities van topkwaliteit zomaar gratis op IMSLP te vinden zijn.

Van conceptenkaart/conceptmap naar een inhoudsopgave

Als je conceptenkaart goed geordend is kun je die gebruiken om lijn aan te brengen in je werkstuk. Je kunt daarvoor ook weer een concepten kaart maken door onderdelen die je in de inhoudsopgave terug wilt zien daarnaartoe te kopiëren/slepen.

Schrijven en illustreren

Als je uiteindelijk gaat schrijven en formuleren is het belangrijk richting te houden. Het onderstaande schema kan daarbij behulpzaam zijn.

Naamloos2

Misschien wel de meest belangrijke zinnen in een werkstuk zijn de kernzinnen: zinnen waarin je echt een uitspraak doet, stelling neemt, iets ter discussie stelt, een vraag formuleert, enzovoorts. Zo’n kernzin vraagt uiteraard om een nadere uitwerking in de zinnen die erop volgen. Je zult ontdekken dat goede kernzinnen rechtstreeks voortvloeien uit verbanden die je in je concept map hebt ontdekt.

Omvang van het werkstuk

Het is arbitrair om een omvang aan te geven voor een contextueel werkstuk. Niet het aantal bladzijden of woorden is van belang, het gaat erom of je iets relevants te melden hebt.

Om toch bepaalde grenzen aan te geven is gekozen voor een begrenzing in aantal woorden. 

1 A4 bestaat gemiddeld uit 350-400  woorden. Een focusvraag met enige diepgang en de daaruit voortvloeiende deelvragen vraagt gauw wat tekst. We houden een minimum aan van 5000 en een maximum van 7000 worden. Dit is een handreiking. Kun je met minder dan 5000 woorden toe, dan duidt dit er waarschijnlijk op dat je je onderwerp te oppervlakkig hebt benaderd of oppervlakkig hebt uitgewerkt. Iedereen weet natuurlijk ook wel dat het mogelijk is helemaal niets te zeggen met zelfs 15.000 woorden.

Beoordelingscriteria van een contextueel werkstuk (checklist)

 

INHOUD

  • Muziek staat centraal
  • Analyse maakt een substantieel onderdeel uit van het werkstuk, met inbegrip van harmonisch-contrapuntische aspecten
  • De behandeling van het onderwerp is contextueel; er worden relevante verbanden gelegd naar buitenmuzikale zaken
  • Er wordt gebruik gemaakt van de kennisgebieden van contextuele studies: historisch (algemeen, cultureel, muziekhistorisch), analyse, aspecten van harmonie en contrapunt

PRODUCT

  • Er is een titelpagina
  • De titel en eventueel subtitel verwijzen naar het gekozen onderwerp
  • Er is een kloppende inhoudsopgave met kloppende paginanummering
  • De gehanteerde niveaus in de inhoudsopgave zijn zinvol en dragen bij aan de oriëntatie van de lezer
  • Er is een inleiding waarin aanleiding, keuze voor het onderwerp, hoofdvraag/focusvraag en deelvragen helder worden gepresenteerd
  • Het werkstuk wordt afgerond met een Conclusie/discussie/samenvatting en een kritische reflectie op het onderzoek
  • Er is een bronnenlijst opgemaakt volgens het APA-format
  • Vanuit de hoofdtekst wordt correct en adequaat naar de gebruikte bronnen verwezen met gebruik van de APA-systematiek
  • Er worden alleen bronnen opgenomen waarnaar de hoofdtekst verwijst.

PROCES

  • De oriëntatie op het onderwerp is helder gedocumenteerd
  • De zoektocht naar bronnen is helder gedocumenteerd
  • De keuze van bronnen is beargumenteerd
  • Er is contact geweest met de docent over inhoud en voortgang

[1] Omdat je niet zoals bij de andere meteen in een hiërachie gedwongen wordt.